Als er daar linksonder art 461 staat niet, anders wel.
Er hoeft helemaal geen verwijzing naar art. 461 W.v.S. op het bord te staan. Dan kan het toch werkzaam zijn op basis van W.v.S.
De eigenaar bepaald, hoe hij het omschrijft.
https://wetten.overheid.nl/BWBR0001854/2020-01-01#BoekDerde_TiteldeelVII_Artikel461Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Opengesteld voor wandelaars.
Houd dat gelijk in dat andere er niet in mogen?
blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden
Ik lees geen verbod.
Alleen al de term "wandelaars", mag je er hardlopen?, dat is geen wandelen.
De vermelding "eigen weg", heeft alleen een functie dat de weg niet opgenomen kan worden in de wegenlegger, juridisch openbaarheid.
Op sommige van dergelijke bordjes staat inderdaad iets van: "voor het overige verboden toegang volgens art 461".
Eigenlijk kan je borden niet met elkaar vergelijken.
Bij de een staat er dit, bij de ander mist het, dus het is zo, dat gaat niet op.
Elke bord afzonderlijk bekijken.
Het is dan meer een informatief bord.
Ook gezien de opbouw
-
-
-
Wanneer je echt iets wilt verbieden dan omschrijf je het anders.
"op een blijkbare wijze"
Het gebruik van het woord "opengesteld".
Hoe moet je dat lezen?
Bij de toegang van veel bossen hangen borden met het opschrift: “Opengesteld, De toegang is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang” etc. Is dat bord een soortgelijk kenteken dat de het openbaar worden door tijdsverloop stuit? Nee. Volgens de Afdeling wijst het woord ‘opengesteld’ erop dat dat de wegen toegankelijk zijn, zonder dat daarvoor toestemming is vereist. Dat aan die toegankelijkheid voorwaarden worden gesteld, maakt niet dat de wegen slechts ter bede toegankelijk zijn. Zie de uitspraak van 3 april 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BZ7552)
Best lastig.