Een berichtje uit het verleden, toen internet in NL nog maar amper bestond:
Korhoender moet uitkijken na akkoordje met de wildcrossers
NIET BEKEND, FRANK POORTHUIS
Gepubliceerd op 29 maart 1995 00:00, bijgewerkt op 15 januari 2009 21:32
'Die mensen hebben iets van: als het nergens mag, doen we het overal', zegt een Brabantse politieman. Al dat najagen van wildcrossers in de natuur werd te duur. En dus besloten de politie en 32 gemeenten in zuidoost-Brabant een zeshonderd kilometer lang circuit voor de terreinrijders met motoren open te stellen. De milieu- en natuurbeschermers zijn verbijsterd. 'Het is echt absurd.'
ONGELOOF is nog de meest beheerste omschrijving van de reactie bij de Brabantse Milieufederatie op het plan om volgende maand een zeshonderd kilometer lang circuit in zuidoost-Brabant open te stellen voor het terreinrijden met motoren. De route voert langs en door bossen, akkers en een enkel natuurgebied.
'Dat kan toch helemaal niet. Daar zijn we absoluut tegen. Met off the road-motoren rijden, voor die sport is een dichtbevolkt gebied als Nederland gewoon niet geschikt. En als het moet: laat ze dan een vuilnisbelt afdekken en daarop te keer gaan. De druk op natuurgebieden is al groot genoeg', vindt de milieufederatie.
Grote, fel gekleurde motoren zijn het, off the road-motoren, met flinke schokbrekers en het bij enkele honderden cc's cilinderinhoud behorende ronkende geluid. Tussen de tien- en twintigduizend gulden kosten ze. Volgens de Nederlandse Vereniging De Rijwiel- en Automobielindustrie (RAI) zijn er zo'n twintigduizend Nederlanders die dat geld er voor over hebben.
De meesten schaffen het voertuig volgens RAI-medewerker R. Gollé aan vanwege de 'sportieve en ruige uitstraling'. Maar ze doen er vervolgens weinig opwindends mee. In ieder geval niet dat waarvoor het voertuig gemaakt is: door mul zand rijden en over nauwelijks gebaande paden over hei en door bos. Het aantal motorrijders dat zich daarmee bezighoudt, is volgens de RAI 'nihil'.
De Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV) kent wel veertienhonderd zogeheten OTR-rijders met een licentie, maar die doen mee aan geregistreerde wedstrijden op speciaal daarvoor geprepareerde weilanden en maïsakkers en zijn juist niet de doelgroep die ze in zuidoost-Brabant op het oog hebben. Dat zijn de 'wildcrossers', die de wedstrijden mijden en zich in de weekeinden meestal in groepjes in het bos of op de hei uitleven.
In Brabant hebben ze er volgens de Eindhovense politie zo'n achthonderd van. Een vasthoudend slag hobbyisten, dat zich niet graag dwars laat zitten. Hoewel het crossen op bospaden en heideterreinen in Brabant verboden is, stuitte de politie bij surveillances keer op keer op overtreders. 'Kennelijk bleef de behoefte aan OTR-rijden bestaan', zegt politieman J. Beelen. 'Die mensen hebben iets van: als het nergens mag, doen we het overal.'
De politie en de 32 gemeenten in zuidoost-Brabant vonden dat de strijd tegen de wildcrossers veel te veel tijd en geld kostte (er werden bij de achtervolging van overtreders zelfs helikopters ingezet) en besloten daarom om het op een akkoordje te gooien. In samenspraak met de KNMV en de marechaussee werd een circuit uitgezet in de regio, waarop de OTR-rijders zich nu kunnen uitleven. De route was tot vandaag nog geheim. Maar om het akkoord te vieren, zal aanstaande zondag een eerste rit worden gehouden op de Oirschotse heide.
'Ik wist niet wat ik hoorde', zegt Loek Hilgers van de Brabantse Milieufederatie. De Oirschotse heide is van Defensie. Dat wil er een Compagnies Oefen Terrein (COT) van maken, waar natuurbeschermingsorganisaties fel tegen zijn. Er wordt nu een Milieu Effect Rapportage (MER) uitgevoerd.
Defensie heeft begin maart tijdens een van de hoorzittingen daarvoor nog gezegd dat er op het terrein niet mag worden gecrosst, stelt Hilgers. Naar zijn idee terecht. Het is een van de weinige gebieden in Nederland waar de korhoender nog voorkomt, naast de nachtzwaluw, de tapuit en de duinpieper. 'Crossen daar is schadelijk voor alle bodembroeders', stelt Hilgers, 'het is echt absurd.'
De Brabantse Milieufederatie staat in haar bezwaren tegen het openen van bossen en zandpaden voor terreinrijders niet alleen. In Gelderland en Drenthe bijvoorbeeld zijn de provinciebesturen bezig het illegale crossen aan banden te leggen. 'Het komt allemaal door het wegvallen van de veldpolitie', weet een woordvoerder van Gelderland. 'Er is te weinig toezicht.'
'Laat de mensen gaan wandelen, dat is gezonder en beter voor het bos', zegt een mismoedige Brabantse medewerker van Natuurmonumenten.
Maar volgens RAI-medewerker en motorrijder Gollé begrijpen de tegenstanders het gewoon niet: motorrijders zijn ook natuurliefhebbers; met de motor de natuur in trekken is gewoon de ultieme ervaring. 'Met een paar makkers op de motor de natuur in, uitrusten op een boomstam en een sigaartje opsteken. En dan weer verder. '
Bron:
http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article634730.ece/Korhoender_moet_uitkijken_na_akkoordje_met_de_wildcrossersVolgens mij had Dutchy ook dit idee? Briljant idee, maar de concentratie van off-roadrijders lijkt op het probleem van de heroïne hoertjes. Wegjagen lijkt geen probleem, maar zodra een gemeente besluit ze te verplaatsen naar één straat, dan wil niemand meer aan die straat wonen...