Bij de aankondiging van de Quest, had Garmin in haar productsheet beloofd tracksupport aan te bieden tot 20 tracks.
Nadat de marketeers worstelend door de boardrooms gerold waren, kwamen ze tot de conclusie dat een dergelijk goedkoop toestel weliswaar een goede concurrent was tegen de oprukkende PDA's, maar tegelijkertijd ook een interne concurrent voor de 60-serie.
"Daar moeten we wat aan doen!" schreeuwde de eigenaar van de 60-seriefabriek tegen de hordes langharige marketeers. "Weet je wat?" riepen de nurdige engineers, "we slopen de tracksupport er gewoon weer uit". "Dan is het geen 'outdoortoestel' meer!".
En zo gebeurde het dat de tracks sneuvelden. "Ja maar wacht eens, riep een stellige nerd", als we dat doen dan krijgen we versiebeheerproblemen met onze engine en anders moeten jullie maar bij de 2610-fabriek gaan bietsen voor software!". De eigenaar van de 60-fabriek gooide direct één van zijn prototypes naar het hoofd van de sullige engineer die met deze valide tegenwerping kwam. Gelukkig was het nét mis.
De marketeer met het lange vette haar riep "Niet gooien, het is juist een slimme opmerking. Die consumenten hebben toch niet door dat ze een nieuwe sterkere engine krijgen. Zouden we de engine van de 60-serie gebruiken dan krijgen we veel consumentengezeur over ons heen, door de haast die we toen hadden en dan duurt het bakken van nieuwe software nóg langer". We stopen gewoon onze hybride 2610-software in de Quest, hij kan wel tracks opnemen, maar gewoon niet meer afspelen. We laten alleen de trackbackfunctie er in zitten, maar die snapt toch niemand!"
En zo gebeurde het dat er een schaap met vijf poten geboren werd, waarbij de vijfde direct softwarematig geamputeerd werd. Helaas moet je het werk van softwareengineers altijd controleren, want ook hier werd weer 'half werk' geleverd. De desbetreffende nerd dacht in zijn wijsheid dat het wel voldoende zou zijn om het menu van trackselectie weg te slopen. "Dat moest volstaan" dacht hij.
Een half jaar later, ver over de oceaan, zaten een stel wandelschoennerds (geocachers, programmeurs die toevallig van wandelen houden) te spelen met het apparaatje en namen het mee, de natuur in. Het was hier niet voor bedoeld met zijn klapantenne, maar er zat een batterij in, dus het was het proberen waard.
Thuisgekomen laadde de geocacher de aangemaakte waypoints, tracklogs en ander spul van de Quest naar de PC, om een prachtig gedetailleerde tracklog te ontvangen, zoals het hoorde. Active Log met Mapsource. Omdat de track veels te groot was om later na te lopen filterde hij het track terug tot 250 punten, zodat hij het ook weer kon converteren naar direct routes en andere grappen. Voor de zekerheid hernummerde hij de track tot Active Log 001, de eerste versie. Hierdoor kon hij in Log 001 wijzigingen aanbregen en foute uitstapjes (navigatiefouten) weghalen uit de track. En zo kon hij de orginele track en de gewijzigde track mooi over elkaar heen leggen en zoeken naar verschillen
Weken later, vele geocaches verder, kwam hij er achter dan na opladen en terugladen van de waypoints, hij per ongeluk nog altijd twee tracks had. Dat kon niet, aangezien hij beide tracks alllang verloren zou moeten hebben bij het wijzigen aan zijn waypoints caching file. Opladen van een track naar de Quest kon immers niet! Staand bij een cache koos hij TrackBack en hij werd keurig netjes, zonder navigatiefouten teruggeleid naar zijn auto, via een track. Maar welke toch?
Na onderzoek bleek dat de engineers wel 20 tracks toestonden, niet onder een eigen naam zoals beloofd was in de folder, maar onder ActiveLog001 t/m ActiveLog020! De Quest had blijkbaar een nieuwe functie: autotrackselectie, stond je toevallig halverwege of aan het einde van een track, dan kon je simpel terugnavigeren door op één knop te drukken en de Quest deed de rest.
"Die luie engineers, zou het electronisch kompas misschien ook te activeren zijn? Hmm..." sprak de cacher tegen zich zelf.