Zo, weer thuis, eindelijk weer eens een hele nacht geslapen.
Het was zwaar. De organisatie besloot ons voor de eerste dag op een rit van 326 km te vergasten. Ik had 0,0 berg- en rotservaring, en ik moest nog erg veel leren. Stukken waar ik op de 5e dag in de derde versnelling de administratie bijwerkte deed ik op de eerste dag in de eerste versnelling, en dan ook nog flink verkrampt. Daar komt nog bij dat ik op 2/3 van de route bedacht dat het zo laat was dat ik beter over de weg terug kon rijden, maar dat is ook niet altijd een goed idee; soms is de off-road afstand tussen twee punten 250 meter tegen de berg op en 250 meter weer naar beneden terwijl je over de weg om de hele berg heen moet rijden. Na 50 km bedacht ik mij dat ik de track van die ochtend wel in omgekeerde volgorde kon rijden. Uiteindelijk reed ik de eerste dag dik 400 km, waarvan zo'n 300 off-road.
Op dinsdag hadden we weer een 290 km lange route, en vanaf het eerste begin had ik pijn, tintelingen en een brandende sensatie in de handen, waardoor ik veel rust moest pakken, en niet echt lekker kon rijden. Ook die dag was ik nog veel met het rijden zelf bezig, en ik kon niet echt genieten van de omgeving. Ik kan mij er ook weinig van herinneren.
Pas vanaf de woensdag wordt dat beter. Mede in verband met een kapotte koppelingskabel, een defecte aandrijving van het roadbook en een overslaande motor kwam ik die dag nog wel in tijdnood. Samen met Guido (mijn enige rivaal, zie ook hieronder) reed ik tot de crossbaan om daar in een furieus gevecht met 4 seconden voorsprong de finish te bereiken. De laatste 70 km reden we over de weg.
De volgende ochtend vertrok ik met een uur vertraging. Voor wat betreft de koppelingskabel had ik het geluk dat ik nadat ik de onderdelenkist al opgestuurd had nog één onderdeel in de overige bagage had meegenomen: Een koppelingskabel. Het roadbook had ik ontdaan van tandwielen waardoor het handmatig te bedienen was, maar het overslaan van de motor was lastiger. Gelukkig hadden we Reg Moule (Mister BMW of England) in ons team en hjj hoorde direcht dat het een probleem met de sproeier was. Dat bleek juist; waarschijnlijk veroorzaakt door water en vuil in de carbs. Ik reed dus achter de meute aan, maar na 3,40 km kwam ik Hans Pieter en Arnold (lastminutebookers met 0,0 roadbookervaring) al achterop. Gaandeweg haalde ik steeds meer mensen in door weinig verkeerd rijden, en steady doorgaan, en het afzien van de eerste dagen werd beloond met prachtig natuurschoon en heerlijk rijdbare wegen. Wel weer 275 km, maar ik was op tijd thuis en ik kon zelfs een dutje doen voor het eten.
Op vrijdag was het afzien. Niet zozeer omdat de route te zwaar was; die was redelijk te doen met 187 km, maar wel omdat de zenuwpijn in de handen nu constant aanwezig was en werd vergezeld van pijn in pezen van vooral de gas- en remhand. Ik ging van start met 4 minuten achterstand op nr 2 in het tweecylinderklassement en met een special van 21 km zou het onmogelijk zijn om dat in te halen. 2 minuten onderweg stond mijn rivaal Guido Klein echter al te zwaaien. Hij was onder zijn motor terecht gekomen; moest door een laars uit te doen zijn been bevrijden en hij had de puf niet meer om vervolgens de motor nog op te tillen. (ik heb overigens groot respect voor zijn rijkunst; zijn motor weegt ongeveer 20 kg meer dan de mijne; en die 20 kg komt hij bij iedere meter tegen) Samen met Roger hebben we Guido bevrijd en de rest van de test afgerond. Einduitslag: 2e in het 2-cylinder klassement (van de 6; drie HP2's voorgebleven) en 10e overall. Ik ben er blij mee.
Van de deelnemers uit voorgaande jaren begrepen we dat de ride dit jaar erg zwaar was. Zelf heb ik de fysieke aanslag ook zo ervaren; maar dat vooral doordat mijn handen het niet aankonden. Overige spieren waren wel moe, maar gezond moe. De voorbereiding met in de laatste maand de dagelijkse 20 minuten op een crosstrainer aangevuld met wat oefeningen met elastiek hebben hun nut bewezen.
Komen we tot de slotvraag: is dit aan te bevelen?
Ja, volmondig voor 450 cc eencylinderrijders. Voor tweecylinderrijders wil ik voorzichtiger zijn. Van de 6 tweecylinders hebben er slechts 3 de hele rally gereden. Ook van die drie waren er twee voor wie de rally niet langer had mogen duren, waaronder ik.
Terzelfdertijd: Het is een fantastische ervaring. De sfeer onder de deelnemers is ook uitzonderlijk goed. Één ding zou ik nu anders willen doen: Als ik de voorbereiding zou kunnen herhalen zou ik voorafgaand aan de start wat rotservaring willen opdoen.
Nog wat foto's:
De geërde heer Guido Klein-Weiss:
Boxer aan de finish: